Geschiedenis van Kamfer
Voor de Romeinen werd kamfer gebruikt in genezende zalven na veldslagen.
In het Pūja-ritueel van hindoeïstische oorsprong wordt het gebruikt om het vuur aan te steken dat de ceremonie beëindigt. Ook onder de Indianen wordt kamfer gebruikt als onderdeel van giftige tegengiffen.
In de Chinese geneeskunde staat het bekend om oogaandoeningen, naast het elimineren van schadelijke geuren uit elk deel van het lichaam. Het is een van de belangrijkste planten die worden gebruikt in de zalf die wereldwijd bekend staat als “Tijgerbalsem”.
In de Egyptische cultuur werd kamfer gebruikt om lijken te bewaren, vanwege het verkoelende vermogen ervan, en daarom worden bijna altijd sporen van kamfer aangetroffen in Egyptische mummies.
Kamfer-collectie
Volgens reizigers uit de 12e eeuw vond het verzamelen van Canfora samen met magische praktijken plaats, alleen op bepaalde tijden van het jaar en in groepen.
De “kamferboom” is een boom die veel giftige slangen aantrekt, waardoor het gevaarlijk en moeilijk is om de boom te benaderen om verse kamfer te verzamelen. Er was dus maar één periode van het jaar waarin de slangen zich van de boom verwijderden: na de paring. Het was dus tijdens deze periode dat plukkers de boom konden benaderen en in de stengels konden snijden.
Momenteel wordt de gekristalliseerde witte kamfer die we kennen in het laboratorium verkregen door middel van chemische synthese, een proces dat aan het einde van de 19e eeuw werd ontwikkeld.