Geschiedenis van Olibanum
Dioscorides: De Griekse militaire arts Pedanius Dioscorides beschreef wierook als een ongelooflijk, allesgenezend medicijn en schreef dat de hars ervan ‘de leegte van zweren kon opvullen’ of ‘bloedige wonden kon lijmen’. Schrijft:
(DIOSCORIDES, DE MATERIA MÉDICA, BOEKEN I-III, WIEROOK, PAGINA 166):
“Wierook wordt in Arabië geboren en wordt turiferous genoemd. De eerste wordt beschouwd als het mannetje, genaamd stagonia, van nature rond. Dit is heel, wit en van binnen gespleten, het is vettig en verbrandt snel als het wordt verbrand als parfum. De indica is enigszins roodachtig en karmozijnrood van kleur. Het wordt ook rond gemaakt door het vorm te geven: het in vierkante vormen snijden en in bakjes van klei doen, omkeren, totdat het een ronde vorm aanneemt. Na verloop van tijd wordt het goudgeel en wordt het suiker genoemd.”
:(DIOSCORIDES, VAN MATERIA MEDICA, BOEKEN I-III, WIEROOK, PAGINA 166)
De Ebers Papyrus: Het belangrijkste document met medische informatie uit het oude Egypte vermeldt ook wierook vanwege zijn geneeskrachtige eigenschappen. De Egyptenaren importeerden enorme hoeveelheden om te gebruiken als parfum, insecten- en ongediertebestrijdingsmiddel, en om de geur te verhullen bij het balsemen van lichamen; Wierookzalf werd zelfs gevonden in het graf van koning Toet toen het in 1922 werd geopend.
Wierook in de Bijbel
De Bijbel maakt melding van wierook, die voornamelijk afkomstig moet zijn van de hars van Boswellia sacra. Er zijn minstens vier andere soorten die wierook produceren: Boswellia serrata, Boswellia carteri en Boswellia papyrifera.
Arabisch Schiereiland
Er zijn gegevens over de wierookhandel sinds 1700 voor Christus. van C; Over de wierookhandel in Oman zijn er gegevens uit de 4e eeuw voor Christus. van C.
Plinius de Oudere (23-79 n.Chr.) schreef dat de handel de zuidelijke Arabieren ‘de rijkste mensen op aarde’ had gemaakt.
Griekenland
Theophrastus vertelt over de morfologische kenmerken en habitats van Olibanum-bomen; Dioscorides vertelt over de geneeskrachtige eigenschappen, zowel bij plaatselijk als bij ingenomen gebruik.
Rome
Plinius noemt verschillende soorten wierook en geeft commentaar op de vormen van extractie en handel in het koninkrijk van de Sabeeërs.
Columella schrijft over de mogelijke teelt ervan in nabijgelegen streken, waarbij ze zegt dat de wierookplanten al op veel plaatsen in Rome te zien zijn en de mirre- en saffraanplanten in bloeiende tuinen, waarbij ze geneeskrachtige eigenschappen en het gebruik ervan als smaakstof vermeldt.
Spanje
Isidorus van Sevilla benadrukt de zwaarlijvigheid van deze bomen en hun naam “Libanon”, omdat ze groeien op deze berg in Arabië, in de regio die wordt bewoond door de Sabeeërs (het oude koninkrijk Sheba, tegenwoordig Jemen).